VDI en shared desktops: niet kiezen maar combineren

Veel organisaties zie je op dit moment een keuze maken tussen VDI en shared desktops. Ik ben echter van mening dat je niet moet kiezen, maar moet combineren. VDI en shared desktops vullen elkaar namelijk aan op het gebied van functionaliteit.

Het combineren van de twee kan juist extra voordeel opleveren.  Een gecombineerde omgeving is over het algemeen goedkoper en flexibeler in te zetten.

Shared desktops en VDI: de feiten

Shared desktops zijn bij de meeste mensen bekend. Microsoft Terminal servers, al dan niet in combinatie met Citrix XenApp, leveren vanaf één host (of VM) een virtuele desktop aan een grote groep gebruikers op diezelfde machine. VDI (virtual desktop infrastructure) levert een virtuele PC (VM) aan elke gebruiker. Meerdere van deze VM’s draaien op één host. Binnen VDI zijn twee desktop varianten. Persistent, waarbij veranderingen binnen de VM worden onthouden en non-persistent, waarbij de machine alle veranderingen vergeet bij het afmelden van een gebruiker. Een non-persistent VDI desktop is vrijwel gelijk aan een shared desktop. Alle applicaties zijn geïnstalleerd en worden via een workspace management oplossing beschikbaar gesteld aan bepaalde gebruikers. Verschil tussen een SBC en een non-persistent VDI desktop is het aantal tegelijktijdige gebruikers. De laatste kent er maar één.

Gevolgen voor storage

VDI is storage intensief door de vele schrijfacties van de verschillende gebruikers. Een standaard desktop is niet geoptimaliseerd voor gebruik op een server met een netwerk storage achterliggend. Een terminal server met shared desktops heeft in de basis daardoor al veel minder schrijfacties. Daarnaast verbruikt elke VDI desktop geheugen en CPU resources aan het OS. Hierdoor gaan er minder gebruikers op een host dan met shared desktops. Bij shared desktops neemt het OS immers maar één keer resources in beslag. Daarom is het verstandig te onderzoeken of een gebruiker wel een VDI desktop nodig heeft. Dit bepaal je door te kijken naar applicaties, benodigde rechten, externe hardware en beveiliging.

Type applicaties

Veel applicaties draaien op een Shared Desktop. Zeker nu de onderliggende basis van Windows 7 en Server 2008 R2 gelijk zijn en met elke volgende windows client/server versie verder gelijk getrokken worden. Applicaties die lastig of niet werken op een shared desktop kunnen vaak door applicatie virtualisatie of applicatie compatibility wel geschikt gemaakt worden voor shared desktop. Dan houd je een beperkt aantal applicaties over die niet via een shared desktop werken.  Bijvoorbeeld door een activatie op basis van hardware of doordat er te weinig licenties zijn om alle terminal servers van licenties te voorzien. Deze applicaties kunnen veelal via silo’s of via een persistent VDI desktop worden aangeboden.

Naast het probleem dat een applicatie niet kan draaien op een server OS, zoals bij shared desktop, kunnen ook resource verbruik en support een reden zijn om een applicatie toch via VDI aan te bieden. Een applicatie die veel CPU en memory verbruikt kan beter via VDI worden aangeboden, zodat de gebruiker van deze applicatie anderen minder in de weg zit. Support kan een doorslaggevend punt zijn om voor VDI te kiezen op het moment dat een applicatie bedrijfskritisch is en de leverancier geen support levert op een server OS. Al zou dit met de gedeelde codebase van Windows 7 en Windows 2008 R2 minder aan de orde zijn.

VDI voor power users

Een kleine groep gebruikers binnen een organisatie heeft vaak meer rechten nodig op een systeem. Dit zijn power users die bijvoorbeeld zelf applicaties moeten kunnen installeren. Een shared desktop is dan geen optie, omdat zij daarmee andere gebruikers in de weg zitten. Persistent VDI desktop is voor deze gebruikers de oplossing. Een non-persistent desktop zou namelijk inhouden dat de gebruiker geïnstalleerde applicaties na uitloggen verdwijnen.

Externe hardware en beveiliging

Externe hardware bepaalt ook of de gebruikers van deze hardware een VDI of shared desktop nodig hebben. De hoeveelheid ondersteunde hardware ligt hoger bij VDI dan bij shared desktops. De meest gebruikte hardware is echter door beiden ondersteund. Alleen zeer exotische hardware vereist VDI, bijvoorbeeld applicatie dongels. In omgevingen waar een zeer hoge beveiliging geldt en waar workspace management niet de gewenste beveiliging kan bieden, is VDI een oplossing. Elke gebruiker werkt in zijn eigen VM, gescheiden van anderen.

Combineer VDI en shared desktop

Rekening houdend met bovenstaande zou in de meeste gevallen tenminste tachtig procent shared desktop en twintig procent (persistent) VDI haalbaar zijn. Zo’n combinatie heeft minder hardware resources nodig dan honderd procent VDI en levert een omgeving op die je dynamisch aan de wensen van gebruikers en applicaties kunt aanpassen.

In verband met het vertrek bij mijn oude werkgever post ik een reeks oudere blogpost die oorspronkelijk op de site van deze werkgever waren geplaatst. Een aantal daarvan zijn ge-update om meer aan te sluiten bij de techniek van vandaag