BranchCache voor bestanden werkt niet

Vanwege een tragere en niet al te grote WAN link van een cloud service center naar een klant, moest ik voor bepaalde data die door CAD programma’s nodig was, BranchCache inrichten. Een BranchCache Hosted Server download grotere kaarten en tekeningen in read-only mode, waarna de clients deze snel kunnen openen over het interne LAN in plaats van dat de data over de WAN verbinding naar elke client zou gaan.

branchcache-not-workingNa inrichting van BranchCache voor Bestanden volgens de documentatie (http://technet.microsoft.com/library/ee649232(v=ws.10).aspx) bleek BranchCache niet helemaal te doen wat we hadden verwacht. De SMB cache bleef op 0 staan, terwijl die echt op moest lopen.

Troubleshooting tips voor BranchCache zijn echter lastig te vinden. In de deploymentguide is het troubleshoot gedeelte volledig verdwenen. Gelukkig is hij in de eerste versies van het document nog wel aanwezig (http://technet.microsoft.com/en-us/library/dd637794(v=ws.10).aspx) maar echt veel informatie staat er niet in.

branchcache-client-policyVoor de zekerheid is in de GPO ingesteld dat BranchCache altijd ingeschakeld moet zijn op alle clients, ongeacht de grootte van de vertraging op het netwerk, door de retourlatentie op 0 in te stellen. Daarnaast ook de PeerDistSvc (BranchCache service) op automatisch starten gezet. Op de fileserver eenmalig het commando gegeven om de hashes van de bestanden (die nodig zijn voor BranchCache werking) direct te genereren via het commando hashgen –f C:\[shared directory]. Op dat moment kun je in het dos-venster de voortgang van het hashen volgen.

Maar wat er ook geprobeerd werd, BranchCache bleef weigeren. Uiteindelijk de gehele documentatie nog een keer doorgelezen. Bij het stuk ‘enable BranchCache on a file share’ begon me wat te dagen. BranchCache activeer je onder de optie ‘Only the files and programs that users specify are available offline’. Dat houdt in dat BranchCache Offline Folders gebruikt voor zijn functionaliteit. branchcache-workingOffline Folders was echter op de clients uitgeschakeld, om te voorkomen dat gebruikers per ongeluk bestanden offline zouden plaatsen over de niet al te brede WAN verbinding. Nadat we deze optie voor de specifieke clients weer hadden ingeschakeld, werkte BranchCache direct.

 

Deze informatie (het activeren van Offline Files op de clients) wordt echter in geen van de documentatie van Microsoft genoemd. Misschien omdat dit “overduidelijk” blijkt uit het feit dat de optie op de server onder Offline Files valt in de share instellingen. Ik heb bij Microsoft in ieder geval aangegeven dat dit in de informatie van de pre-reqs van de client moet komen.

Windows (Core) server activeren met een MAK key via de telefoon (zonder internetverbinding)

De komende blogs gaan we een paar dingen behandelen in Windows Activatie die niet heel veel voorkomen, maar je af en toe wel moet doen. Aan ene kant doordat er fouten zijn gemaakt in een al bestaande omgeving met de KMS key, aan de andere kant omdat je bijvoorbeeld geen internet hebt op een Windows Core server.

Windows Core server activeren met MAK key zonder internetverbinding

Af en toe kun je een Windows Core editie tegenkomen, waarbij de server geen internetverbinding heeft en je hem moet activeren met een MAK key. Ook komt het soms voor dat een normale Windows editie je bij gebruik van een MAK key, weigert een optie te geven om te activeren via telefoon, als het via internet niet is gelukt.

In die gevallen kun je de volgende procedure doorlopen:

  1. Open een administrative commandprompt
  2. Type in: slmgr /ipk XXXXX-XXXXX-XXXXX-XXXXX-XXXXX (waarbij xxxx je MAK key is)

    Dit commando zorgt ervoor dat je MAK key voor de windows activatie wordt gebruikt.

  3. Type in: slmgr /dti

    Dit commando toont je het offline activatie nummer dat je moet invoeren bij een activatie per telefoon. Schrijf dit nummer op en verdeel het in 9 blokken van 6 tekens.

    TIP: Druk op CTRL+C in de actieve pop-up en CTRL+V het in Notepad. Bij een niet geactiveerde Windows zou het ID automatisch in blokken worden ingedeeld.

  4. Zoek het telefoonnummer van de offline activatie via het clearinghouse. Dit kun je vinden in het volgende bestand: c:\windows\system32\sppui\phone.inf (de screenshot is van een SP0 installatie. Mogelijk dat het path in SP1 is aangepast naar het juiste path). Deze kun je openen met Notepad, zoek daarna naar NL of Netherlands en dan wordt het nummer getoond. Het 0800-nummer wat daar in staat kan niet via een GSM worden gebeld! In dat geval moet je het 020-nummer draaien.

    Op dit moment zijn de nummers voor het activeren van een Windows MAK key in Nederland: 0800 0233487 en 020 7139240. Op internet zijn de telefoon nummers ook te vinden, namelijk via de volgende website: http://www.microsoft.com/licensing/existing-customers/activation-centers.aspx

  5. Volg de telefonische wizard. Dit houdt in dat je het de 9 blokken van 6 cijfers één voor één invoert en per blok afsluit met een # om vervolgens na herhaling deze te bevestigen. Bij een goed ingevoerde code krijg je van Microsoft de activatiecode terug in 8 blokken van 6 cijfers. Schrijf deze code op of type ze in Notepad en voeg ze vervolgens samen tot een lange tekenreeks van 48 tekens.
  6. Type in: slmgr /atp xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx (waarbij xxxx de activatiecode is)

    Met dit commando geef je de offline activatiecode door aan het key management service van je Windows installatie. Deze zal daarna melden dat het activeren is gelukt (of mislukt als je een typefout gemaakt hebt)

  7. Type in: slmgr /dlv

    Dit commando geeft een overzicht van de activatie van je machine. Let er hierbij op dat bovenin vermeld staat dat het om een Volume MAK channel gaat en dat onderin staat dat het product geactiveerd is (license status: licensed

Mocht je nou meerdere Windows (Core) machines moeten aktiveren met een MAK key. Dan is het mogelijk handiger om de VAMT (Volume Activation Management Tool) te gebruiken. Dit is een soort proxy server voor activatie. Daarmee hoef je maar één machine toegang tot internet te geven. Deze zorgt er vervolgens voor dat andere machines via een MAK key geactiveerd kunnen worden (je hoeft dan niet eens meer in te loggen in die machine, alles kan vanaf de VAMT GUI). Meer informatie over VAMT is te vinden op http://technet.microsoft.com/en-us/library/ff686876.aspx

In een volgende blog zullen we een methode gebruiken om een KMS server te deactiveren en een nieuwe te activeren (bv. bij het per ongeluk meerdere malen gebruiken van een KMS key voor het activeren van servers in een domein) en hoe je eventueel een server “hard” verwijst naar een bepaalde KMS server.

Disk Quota’s, FSRM en DFS Replicatie

Deze week een geval tegen gekomen van misconfiguratie en gebruik van oudere technieken waardoor DFS Replicatie niet helemaal lekker wilde lopen. Het probleem lag in de instellingen van quota’s waardoor replicatie niet meer wilde lopen. Daarnaast waren de quota’s niet handig geconfigureerd. Sinds Windows 2003 R2 heeft Microsoft File Server Resource Manager (FSRM) in het leven geroepen voor het beheer van disk en folder quota’s. Dit geeft een betere quota beheer dan vroeger met de disk quota’s mogelijk was. FSRM kan quota’s zetten op folder niveau en berekend het niet per bestands-owner, maar echt de hoeveelheid data die in de folder staat. Voor homedrives is dit dus de perfecte manier om quota’s in te stellen. Als deze quota’s via FSRM worden gezet op “toepassen op alle bestaande en nieuwe subfolders” ontstaat echter een probleem bij gebruik van DFS replicatie. Standaard wordt de replicatie cache namelijk in de folder geplaatst die gerepliceerd moet worden. Als daar op hoger niveau quota’s staan gedefinieerd, krijgt de DFS folder daar ook mee te maken. Je kunt dan de volgende foutmelding aantreffen in het eventlog: “The DFS Replication service encountered errors replicating one or more files because adequate free space was not available on volume X. This volume contains the replicated folder, the staging folder, or both. Please make sure that enough free space is available on this volume for replication to proceed. The service will retry replication periodically”. Als je op dat moment binnen FSRM kijkt (en je hebt in Windows Explorer aangegeven dat je ook systeem/hidden folders wilt zien – anders toont FSRM ze ook niet!), dan zul je zien dat de staging directory van DFSR op 100% vol staat. Dit kun je op 2 manieren oplossen:

  1. Andere quota binnen FSRM toekennen aan de DFSR staging area.
  2. Staging area verplaatsen naar een locatie zonder quota’s (dit kan ook een andere disk zijn!)

Optie A heeft wat mij betreft niet de voorkeur. Mocht DFS de staging area opnieuw aanmaken, dan verdwijnt het veranderde quota op die subfolder en krijg je het probleem later terug. Optie B is wat dat betreft veiliger. Optie B is in Windows 2008 R2 makkelijk te regelen. Open hiervoor DFS management en gaan naar de replicatie tak. Kies de replicatie dfs-share waarvan je de staging area wilt aanpassen. Rechtermuisknop op de replicated folder en kies voor Properties. Je krijgt dan onderstaande scherm te zien. Kies hier voor het tabblad staging. Hier kun je een ander path opgeven voor de staging, dan het default path wat er staat. Tevens kun je eventueel de staging cache wat groter of kleiner maken. Na het drukken op OK zal de het nieuwe path bij de 1st volgende synchronisatie automatisch in gebruik worden genomen. Dit kan enkele minuten duren, afhankelijk van de snelheid van replicatie. Deze instellingen moet je uiteraard voor alle replicated folders aanpassen, als er op alle shares quota’s worden gehanteerd.

Disk Quota’s

Helaas werkte het na deze aanpassing bij de desbetreffende klant nog steeds niet. Na verder onderzoek bleek dat er ook Disk Quota’s waren ingesteld. Deze raad ik echter af te gebruiken en moet je zeker niet gebruiken in combinatie met quota’s die via FSRM zijn gezet. Ten eerste kun je deze alleen op een volledige disk plaatsen en niet op losse folders en daarnaast werken deze Quota’s met behulp van de owner van bestanden. Dat is niet de meest handige manier. Want als je als administrator bestanden terug plaatst uit een backup of kopieert na een migratie, wordt jij de owner en niet de gebruiker die de bestanden daadwerkelijk in zijn homedrive heeft. Deze ingestelde disk quota’s kunnen echter ook de DFS replicatie in de weg zitten. De staging folders zijn immers ook onderhevig aan deze quota’s. Disk Quota’s zijn in te zien door een rechtermuis op een diskstation te klikken en dan te kiezen voor properties. Ga daarna na het tabblad quota’s. Je ziet dan onderstaande (of alles is grijs, als de quota’s niet zijn ingesteld). Note: Let op, het repliceren van homedrives of profielen via DFS (in een full-mess situatie) wordt door Microsoft officieel niet ondersteund. Lees meer daarover op http://blogs.technet.com/b/askds/archive/2010/09/01/microsoft-s-support-statement-around-replicated-user-profile-data.aspx